Lieve Naima,
Jij bent daar en ik ben hier.
Het voelt zinloos een brief te schrijven aan iemand die er niet meer is, bij voorbaat kerende post, woorden louter gericht aan mijzelf.
Return to sender.
Ik ben daarom gaan graven in alle brieven – e-mails bedoel ik – en appberichten die je me stuurde. Die zijn nog ondraaglijker om terug te lezen dan mijn mails en berichten aan jou.
Ik ben – ‘was’ is niet van toepassing – je uitgever, maar ik heb nooit een boek van je uitgegeven. Ik heb je ‘ontdekt’, in 1993, maar het debuut verscheen in 1995 bij een andere uitgeverij. Je keerde naar mij terug – of ik naar jou – maar die terugkeer is nooit geboekstaafd.
Toch ben je er voor mij nog steeds, en zal je er altijd zijn, en zal ik me altijd je uitgever voelen.
Ik weet niet of je kunt terugkeren – naar de wereld, naar je kinderen, je familie, naar de boeken die je nog wilde schrijven. Ik ben bang van niet, maar magisch denken houdt je levend.
We waren vol goede hoop, in 2014, toen we het contract tekenden voor een boek bij Lebowski Publishers. Ik maakte een foto van je, in je knuist zit – voor de onoplettende kijker goed verstopt – een tissue.
Ik lees je e-mails en apps terug.
Jij, die hunkerde naar veiligheid, vertrouwen, naar familie, waartoe je mij ook rekende. Dat voelde enerzijds gek en anderzijds een eer: we kunnen niet leven zonder het gevoel van belang te zijn in het leven van iemand anders. Misschien was ik er wel jaloers op: ik wilde dat ook kunnen voelen, en voel dat gelukkig nu ook, bij mijn gezin.
De ander als familie, het ultieme compliment voor iets wat zo basaal is: ergens bij horen.
Jij, wanhopig en op zoek naar een uitweg. Uit je benarde omstandigheden, waarover ik hier niet uit de doeken wil doen.
Op 5 juli, een maand voor je ons achterliet, schreef je: ‘Schrijven of sterven. Er is geen middenweg.’
Ik heb je noch voor het leven noch voor de literatuur kunnen behouden.
Maar ik maak me geen illusies. Geen mens kan een ander mens behouden: het verlies staat bij voorbaat vast. Dat we ons daartegen verzetten, tegen dat verlies, uit alle macht en in alle hevigheid, dat is wat men liefde noemt.
Ik voel die liefde voor jou.
Voor zelfverwijt, toevluchtsoord van de achterblijver, maak ik geen ruimte.
Ik ben hier en jij bent daar.
‘Ik hou van je, ouwe.’
Gepubliceerd in de rubriek Hemelpost in het decembernummer 2020 van HP/De Tijd.
Header image: OvG