Boeken & artikelen

De spreidstand tussen vertrutting en voyeurisme: #bvleaks

Artikel



Sinds ruim een week ligt het (geheime) seksuele leven van drie Bekende Vlamingen te grabbel. Maar waarom kijken we zo graag toe? Zouden we zelf ook graag overmoedig zijn? En wat is nu eigenlijk het schandaal?

 

In 1995 verscheen een essay getiteld Schade en schande: over schandalen, van de hand van socioloog Abraham de Swaan. Het handelde over schandalen, wat de ingrediënten van het schandaal zijn: een aanbrenger, de geschandaliseerde en het publiek. Wat een schande tot een schandaal maakt, is de bekendheid van de geschandaliseerde én: het geheim.

Sinds ruim een week draaien de Vlaamse media (de ‘aanbrengers’) overuren om het digitaal gedeelde (geheime) seksuele leven van drie Bekende Vlamingen te duiden, van context te voorzien, en in een breder verband van sexting en catfishing te plaatsen.

De drie mannen, slechts gehuld in sokken, zijn full frontal te bewonderen terwijl zij de hand aan zichzelf slaan, en zichzelf tegelijkertijd filmen voor het oog van een zekere ‘Eveline’. De beelden circuleerden al enige tijd op het internet tot een van de drie, muzikant Stan Van Samang, besloot dat het genoeg was. Hij stapte naar de rechter om een dwangsom te eisen voor eenieder die de beelden nog zou verspreiden. Het effect was dat de daaropvolgende persaandacht alleen maar groter werd: de beelden, via KIK-messenger gemaakt, werden royaal verspreid via Whatsapp en andere kanalen; ‘harder dan Covid rondgaat’, zoals lot­genoot Peter Van de Veire opmerkte.

Presentator Van de Veire koos een andere strategie: hij richtte zich – volgens communicatie-experts op geslaagde wijze, wat ik waag te betwijfelen – rechtstreeks tot zijn luisteraars (in dit geval ook: kijkers). Niet hij was crimineel bezig maar de kijkers, de voyeurs. Die beschadigden niet hem, maar zijn vrouw en kinderen, door de beelden te delen. Hij trachtte, op opmerkelijk emotieloze toon – alsof hij een boodschappenlijst van de autocue voordroeg – de aandacht van zichzelf af leiden, en framede zijn slachtofferschap zodanig dat het leek alsof hij ongewild het boegbeeld was geworden voor jonge slachtoffers van sexting. Bovendien zwaaide er wat voor de onbeschaamde meekijkers als zij de beelden zouden doorsturen: vijf jaar op water en brood in het gevang.

Maar wat is nu eigenlijk precies het schandaal, dat inmiddels bekendstaat als de #bvleaks?

Drie mannen trekken zich af, maar dat doen u en ik ook, de hele mensheid masturbeert iedere dag, of toch zeker drie keer in de week. En wat is er eigenlijk mis met masturberen? Woody Allen, zelf jarenlang – en nog altijd – geschandaliseerd als kindermisbruiker, zei het al: ‘Don’t knock masturbation. It’s sex with someone you love.’ Voelen we ons uitgesloten door de masturbant? Door hem of haar afgewezen? Overtreden we geboden?

Is het de overmoed van deze beroemde mannen, die zich blijkbaar onschendbaar waanden, die ons ergert? Zouden we niet juist verheugd moeten zijn dat publieke figuren – vaak gedrild door media-adviseurs om zo min mogelijk interessants te vertellen, om zodoende voor uitglijders behoed te blijven, altijd op zoek naar het ultieme compliment van de massa: ‘Hij is ondanks zijn roem heel gewoon gebleven’ – net zo ordinair en lachwekkend zijn als wijzelf?

Of is het de ontrouw die ons ontrieft? Wie zich zo vol enthousiasme aftrekt voor een camera, zal het thuis wel slecht getroffen hebben, die moet tekortkomen. Zou het? Hier geldt: voor sommige mensen is er nooit genoeg liefde om te ontvangen, hun dorst en honger zijn onstilbaar. Ze hebben nooit genoeg aan anderen (en dus nooit genoeg van en aan zichzelf), ook daarin zijn zij masturbanten.

Is het de niet aflatende hunkering naar publiek, naar goedkeuring? Ook al is dat die van een vreemde (‘Eveline’), iemand die zich via Instagram toegang heeft verworven tot hun privédomein? Moest er veroverd worden, is het de aloude geldingsdrang die opspeelde?

Is het omdat deze mannen de middelen en de macht hebben om het schandaal te stoppen, de informatie te controleren, door te dreigen met juridische stappen, daar waar wij, eerzame burgers en buitenlui, digitale vernederingen lijdzaam moeten ondergaan zonder tegenacties te kunnen ondernemen?

Of kan het zijn dat wijzelf ons schandalig gedragen, in onze zucht naar egaliseren, het naar beneden halen en ontmaskeren? Het kijken naar de beelden heeft veel weg van de wijze waarop mensen hulpverleners en ambulancepersoneel hinderen bij ongevallen: we hebben recht op het leed van anderen, fototoestellen in de aanslag. We zijn digitale ramptoeristen, en wat is mooier materiaal dan iemand die erotisch bungyjumpend te pletter slaat?

Of zijn we al zo afgestompt dat we slachtoffers van catfishing en wraakporno – want dat zijn de drie mannen – verwijten dat ze er zelf om gevraagd hebben? Dat boontje om zijn loontje komt?

Want geef toe: we smullen van Amerikaanse televisiedominees die toekijken als hun vrouw seks heeft met de pool boy (of nog beter: homoseksueel blijkt te zijn), van de verlichte goeroe met een wagenpark (en die kan uitleggen waarom spiritualiteit en materialiteit prima samen kunnen gaan), voetballers die elkaar belazeren bij een potje kaarten of afpersen met een sekstape, zangeressen die zich onder laten plassen, quizmasters die on the side aan narco traffico blijken te doen. Reputaties die sneuvelen, rolmodellen die onbetrouwbaar blijken, beroemdheden die ook maar gewone mensen blijken te zijn: de gewoonheid die we van hen verlangden is ook precies hun neergang, ze bleken inderdaad net zo gewoon als wijzelf.

Nogmaals De Swaan: ‘De bewondering is als het ware de gedomesticeerde afgunst. Het schandaal bevrijdt de omstanders van dit emotioneel dilemma, de bewondering kan opgegeven worden zonder dat mensen in afgunst hoeven te vervallen. De geschandaliseerde is niet langer bewonderenswaardig en dus ook niet langer benijdenswaardig, maar eerder verwerpelijk, en bovendien, deerniswekkend.’

In 2020 schreef Arnon Grunberg, ter gelegenheid van de publicatie van Bezette gebieden, een roman waarin de hoofdpersoon eveneens geschandaliseerd wordt, een update van De Swaans artikel over schade en schande. Hij stelt: ‘Rest de vraag waarom de liefde zo dikwijls het ruwe materiaal is waaruit het schandaal wordt geschapen. Er zit iets schandaligs in de menselijke liefde. Om te beginnen in onze seksualiteit, waarbij ik het me veroorloof de liefde en de seksualiteit even niet al te zeer van elkaar te scheiden. Ondanks pogingen die seksualiteit op te vatten als een frisse en vrolijke aangelegenheid waar altijd openhartig over kan worden gepraat, beseffen wij die weleens seks hebben en seksuele verlangens koesteren hoezeer die seksualiteit juist haaks staat op wie wij menen te moeten zijn, op de sociale rollen die wij wensen te vervullen.’

Onze hedendaagse maatschappij is een tweestromenland: enerzijds is er een enorme vertrutting en verpreutsing gaande (wie durft nog topless – of nog erger: naakt – op een strand te gaan zitten, zonder angst voor onwelgevallige iPhones? Wie laat op datzelfde strand zijn kinderen nog in hun blootje spelen?), anderzijds worden ons straatbeeld en televisiescherm steeds meer gepornoficeerd. In programma’s als Temptation Island, Free Love Paradise, Love Island, Oh Oh Cherso, De villa (tot het van de Nederlands buis werd afgehaald, omdat er vrouwen werden aangerand), is alles gericht op seks, op ‘verleiden’, op vreemdgaan, op de fysieke ‘kwaliteiten’ van de mannen en vrouwen, en blijft de kledingkeuze beperkt tot het zo minimaal mogelijk afdekken van de erogene zones. Het is porno zonder de geslachtsdaad, het is masturbatie zonder lamme hand, tot u gebracht via de treurbuis (dixit Gerrit Komrij), voor ieders gerief.

Hier vindt omgekeerde sexting plaats: het lichaam wordt schaamteloos ingezet, als joker. Hoe meer men toont, hoe meer kans op succes. Is het dan niet vreemd dat de veelal jonge kijkers naar dit soort programma’s de grens tussen tonen en niet tonen, tussen teasen en uitgedaagd worden, tussen gebruik en misbruik niet meer kennen?

In een artikel in De Morgen van 14 september reageert een aantal jongeren – de jongeren tot wie Van de Veire zich manmoedig richtte – op het #bvleaks-schandaal. De mannen hoeven niet op veel mededogen te rekenen. Een van hen, genaamd Freya, zegt: ‘Er zijn zoveel jongeren die hier slachtoffer van worden, sommige plegen zelfs zelfmoord. En daar staan de media niet bol van. Nu het over drie BV’s gaat, plots wel. Ik vind dat niet eerlijk.’

Wrang is ook de opmerking van Sandra Spitaels in Het Laatste Nieuws, wier zoon op vijftienjarige leeftijd een einde aan zijn leven maakte, omdat hij het slachtoffer werd van sexting. Ze wijst de verspreiding van de beelden van de Bekende Vlamingen af, maar stelt vast: ‘Ik had al contact gezocht met Bekende Vlamingen om het probleem aan te kaarten, tot nu toe zonder resultaat. Hopelijk komt er uit deze heisa iets positiefs voort en beginnen mensen te beseffen wat voor impact het kan hebben.’

Waarvan akte.

In De Standaard van 12 september zegt Joris Van Ouytsel, onderzoeker naar sexting aan de Universiteit van Antwerpen: ‘Veertigplussers hebben, in tegenstelling tot jongeren, vaak amper en slechte seksuele voorlichting gehad. Bovendien hebben ze ook nooit een vak als mediawijsheid gekregen op school. We weten uit eerder onderzoek dat oudere volwassenen de risico’s van offline seks onderschatten, omdat ze zich minder kwetsbaar wanen dan jongeren. Waarschijnlijk wanen ze zich ook minder kwetsbaar voor gevaren als het over onlineseks gaat. Zeven jongeren op de tien die aan sexting doen, maken dat ze onherkenbaar zijn op de beelden. Dat cijfer stijgt elk jaar. Het zou interessant zijn te onderzoeken of dertigplussers en veertigplussers zich even goed beschermen tegen de gevaren van sexting. Volwassenen vinden het makkelijker om hun kinderen te wijzen op de gevaren ervan dan dat ze zouden toegeven dat ze ook aan sexting doen.’

Zijn jongeren overmoediger dan volwassenen? Nee, ze vertonen tegenstrijdig gedrag, hun puberende breinen slaan snel op hol en veel planmatigs is er meestal niet te ontdekken aan hun sociale ­interacties. Het lichaam spreekt, de tong volgt.

Zijn mannen overmoediger dan vrouwen? Of zouden ze sneller geneigd zijn het noodlot te tarten? Is die roekeloosheid ook niet precies wat ons aanspreekt in deze beschamende kwestie? Verlangen we er zelf niet naar ons te verliezen in ongebreidelde ijdelheid? Te genieten van ons eigen lichaam, en, eigenlijk heel altruïstisch, ook anderen te laten meegenieten, voor de camera? Is het veredelde doodsdrift? Thrillseeking? De wens ontmaskerd te worden, zodat we veilig terug kunnen keren naar een regressievere staat van zijn, ver weg van de public eye?

Het unverfroren uitzicht op piemels, konten en gaten van drie – en naar men zegt: nog meer – Bekende Vlamingen heeft iets louterends. Ook deze succesnummers zijn uiteindelijk immers maar sneue rukkers, in troosteloze kamers, met Happy Socks om de ranke enkels. Wie zijn wij om hen hun solitaire gerief te ontnemen? Waarom willen we toekijken? Zouden wij zelf ook overmoedig willen zijn?

Overmoed komt voor de val.

In de serie 'Help, mijn borsten staan online' spreekt Evi Hanssen op empathische wijze met slachtoffers van sexting, sextortion, grooming en catfishing. Jonge meisjes, op zoek naar liefde en aandacht, maar vooral gedreven door de wens om in de groep te worden opgenomen, vertellen over de steeds verdergaande ‘verlangens’ van jongens, en hoe één foto een leven te gronde kan richten. Maar ook de jongens, toch al minder volwassen en volop puberend, staan regelmatig, letterlijk, voor paal.

De emotionele uitbuiting van jongeren op zoek naar liefde, naar zichzelf, schrijnt het meest. Hun vaak knullige foto’s staan diametraal tegenover de zelfgenoegzame wijze waarop de BV’s hun schaamdelen tentoonspreiden. De jongeren geven en verlangen aandacht, de BV’s nemen de aandacht, eisen die op, en staan vervolgens op hun strepen als die aandacht ongevraagd gedeeld wordt.

Jonge slachtoffers van sexting hebben te kampen met beschaming in de directe omgeving: scholen, clubs, verenigingen, de eigen buurt. Ouders weten vaak niet wat er speelt bij hun kinderen, het leed moet veelal solitair gedragen worden. Depressie, isolatie en zelfmoord zijn vaak de trieste gevolgen, omdat de schaamte – door socioloog Johan Goudsblom ooit omschreven als ‘sociale pijn’ – in haar aard besloten, vaak niet wordt opgemerkt.

De BV claimt een privéleven, maar zijn businessmodel is dat hij publiek bezit is: dat is de deal, de stilzwijgende afspraak. Keerzijde van de roem is dat bij scandaleus gedrag het sociale stigma in werking treedt, en we dus menen recht te hebben op de beelden. ‘Privacy is diefstal’, heet dat in De cirkel van Dave Eggers, een dystopische roman over dat andere tweestromenland, waarin je de volgende keuze hebt: alles met iedereen delen, of je onttrekken aan de wereld.

Hoe zei Peter Van de Veire het ook alweer, in zijn door communicatie-experts bewierookte statement: ‘Je vindt me een crimineel? Een pervert? Een viezerik? Ga vandaag voor je spiegel staan. Kijk lang.’

Laten we gehoor geven aan zijn oproep, en in die spiegel kijken. Niet omdat Van de Veire ons daartoe verplicht, maar omdat we met onszelf moeten leven, en met niemand anders. We hoeven namelijk aan niemand verantwoording af te leggen, en zeker niet aan celebrity’s met de broek op de pantoffels. Wat we in de spiegel zullen zien is dit: afgunst en bewondering, grootsheid en benepenheid, liefde en geweld, voyeurisme en exhibitionisme. We zullen schamers zien en beschamers, daders en slachtoffers. We zullen de liefde voor het schandaal, de afgang, de deconfiture, het leedvermaak, de dorpspomp en de schandpaal zien, maar ook de triomf, de zegetocht, de overwinning, het succes, en de schitterende, duale pracht van ons bestaan.

 

Dit artikel verscheen op zaterdag 19 september 2020 in Zeno, de zaterdagbijlage van De Morgen. Het was tevens online te lezen op de website van HUMO.

Illustraties: Elise Vandeplancke